Straatnamen zijn vaak samenstellingen, opgebouwd uit een bepalend element en een grondwoord (Hooge Steenweg, Adelheidstraat, Redemptoristenpad). Het bepalend element kan bestaan uit namen van beroemde personen of bekende stadsburgers, historische entiteiten, beroepen of moderne thema's. Het grondwoord - de achtervoegsels of affixen - wordt vaak gevormd door een zelfstandig naamwoord, dat het type of soort straat aangeeft. In een tweeluik wordt een alfabetisch overzicht van de meest gebruikte grondwoorden gegeven. Tevens wordt aangegeven of die ook in 's-Hertogenbosch voorkomen. In dit nummer starten we met deel een. In ons land zijn veel wegen in en buiten de steden en dorpen heel lang zandpaden gebleven. Ook voor 's-Hertogenbosch en omgeving was dat het geval. In de loop van de tijd zijn de belangrijkste zandwegen door de overheid van verharding (bestrating) voorzien. De term 'rijksstraatweg' dankt daar zijn naam aan, een van rijkswege bestrate weg. Overal waar mensen zich verplaatsten over wegen of straten, ontstonden straatnamen. In het verleden kwamen namen van straten gewoon voort uit de alledaagse omgangstaal. Straatnaamgeving is in die zin zo oud als de weg naar Rome, of dichterbij huis, zo oud als de weg naar Hintham. Tegenwoordig is straatnaamgeving een zaak van de gemeente, die vaak geadviseerd wordt door een Straatnamencommissie. In vroegere tijden bestond het woord 'straatnaamgeving' overigens nog niet, dat dateert pas van de 19e eeuw. Het is de Amsterdamse 'bovenmeester ener stads-tusschenschool' en geschiedschrijver Jan ter Gouw (1814 - 1894) geweest, die in 1873 bewust het woord 'straatnaam' heeft gevormd om er het naamkundig verschijnsel mee aan te duiden waar het hier om gaat. Bestonden er aanvankelijk slechts de namen 'weg' en 'pad', later is een onderverdeling met soortnamen gekomen. Zowel in de oudere als de moderne straatnaamgeving worden de oude grondwoorden wel eens achterwege gelaten. Men kiest dan voor 'morfologische creativiteit', zoals - in 's-Hertogenbosch - Kromme Elleboog, De Mortel, De Barkentijn, Halewijn, Het Hooghemaal, Hooiwagen, De Omloop. Van achterom tot dreefAchterom - doodlopende wegEen achterom is een doodlopend weggetje, waaraan geen woningen hun ingang hebben. Een achterom kan aan de straatzijde afgesloten worden. We vinden de toegang tot een achterom vaak overbouwd of opgenomen in een van de buurpanden. In 's-Hertogenbosch komt geen straat voor die begint met 'Achterom'. Wel komen straten voor die beginnen met 'Achter', vaak genoemd naar op de hoek staande huizen. Meestal waren deze straatjes smalle ontsluitingen naar achterliggende erven, waar eenkamerwoningen (cameren) stonden en/of bedrijven gevestigd waren. Onze stad heeft tientallen van deze typisch Bossche Achter-straatjes gekend, op dit moment telt de gemeente er nog tweeëntwintig. Twintig komen voor in de historische binnenstad (Achter den Engel, Achter den Doove, Achter den Engelschen Pispot, Achter het Zwarte Beerke et cetera), één in Rosmalen (Achter de Driesprong) en één in Kom Empel (Achter den Brink).Baan - weg of padEen baan is van oorsprong een vrijgemaakte plek of doorgang, een route die is opengemaakt, zodat je erdoor kunt lopen of rijden. Vergelijk dit met de uitdrukking 'zich een weg banen', waarin 'banen' zoiets als 'slaan' betekent. In de standaardtaal is 'baan' onder meer een plaats die voor bepaalde activiteiten wordt benut: glijbaan, kegelbaan, renbaan, tennisbaan, startbaan, wielerbaan, atletiekbaan, ijsbaan. De zeemansterm 'baantje' verwijst naar een lichte betrekking bij het zeewezen, die vrijstelling gaf van de vermoeiende en drukke werkzaamheden aan boord van een schip. Daar hebben we uiteindelijk de andere, moderne betekenis van 'baan' aan te danken: werk, betrekking. In de gemeente 's-Hertogenbosch kennen we de Bosschebaan (Kloosterstraat), Graafsebaan, Hervensebaan, Oude Baan (Molenhoek) en Rompertsebaan.Borch - bolwerk, versterkte plaatsIn de gemeente 's-Hertogenbosch komen enkele tientallen straten voor die eindigen op 'borch'. Die bevinden zich alle 55 in De Overlaet, een woonwijk in het noorden van Rosmalen, die eind jaren tachtig werd gebouwd. De burcht 'Rodenborch' bevond zich waar nu de straat Augustinessenborch gelegen is. Op de zandheuvel aldaar groeit een monumentale lindeboom. Eronder liggen de resten van de burcht (omstreeks 1400), die gebouwd is op de resten van een ouder mottekasteel. In 1485 werd hier het klooster De Annenborch gesticht. Een mottekasteel is een middeleeuws burchttype dat meestal in hout werd opgetrokken. Het hoofdkenmerk was dat het stond op een motte, een kunstmatig aangelegde, aarden heuvel. Het mottekasteel zelf bestond veelal uit een torenvormig gebouw. In Nederland komen naast de term motte ook andere benamingen voor, zoals werf, bergh, barch, borg, huus, casteel, hege wier, vliedberg, die alle op een motteversterking betrekking kunnen hebben. De wijk De Overlaet heeft een aantal buurten, die te herkennen zijn aan de straatnamen op 'borch': vogelborchen (Gruttoborch, Sperwerborch), visborchen (Karperborch, Zalmborch), kloosterordeborchen (Birgittinessenborch, Kruisherenborch), edelsteenborchen (Agaatborch, Parelborch), rivierborchen (Dintelborch, Leyborch), politicusborchen (Den-Uylborch, Gerbrandyborch). | 46 |
Boulevard - voorname, brede straatDe naam 'boulevard' is de verbasterde Franse uitspraak van het Middelnederlandse woord 'bolwerk'. Dat was oorspronkelijk een verdedigingswerk. De Fransen namen dat woord over en verruimden de betekenis tot 'wandelweg op de plaats van de gesloopte 14e-eeuwse wallen en bolwerken'. Tijdens de heerschappij van Napoleon III werd Parijs grondig verbouwd door de stadsarchitect Haussmann (1809-1891). Parijs was voordien een stad van smalle straatjes geweest, met slechts enkele brede wegen (boulevards) op de plek van de gesloopte vestingwerken. In de tweede helft van de 18e eeuw werden er ook andere straten tot boulevard verbreed, die naar het centrum van de stad - Place de l'Etoile - leidden. Daar ontlenen we in het Nederlands dan weer de huidige betekenis aan. Den Bosch kent op dit moment twee boulevards: Maasboulevard in de Maaspoort en Onderwijsboulevard in het Paleiskwartier. In het kader van het plan Herinrichting Binnenstadsring krijgen we er - in de nabije toekomst - drie boulevards bij. Het traject vanaf Brugplein naar Willemsplein, met een extra wegdeklaag bij De Draak, gaat Oranjeboulevard heten. Het tracé vanaf Parklaan naar Hekellaan krijgt de naam Vestingboulevard. Deze boulevards krijgen een parkachtige middenstrook en fietsbanen, gescheiden van de autobaan. De baan langs de Zuid-Willemsvaart zal Kanaalboulevard gaan heten. De inrichting van deze boulevard komt pas aan de orde als duidelijk is wat er met het kanaal en het GZG-terrein gaat gebeuren. De complete stadsring wil Den Bosch op termijn als dertig kilometerzone inrichten.Dreef - open baan in bos, brede landwegEen dreef of drift was aanvankelijk een weg waarlangs men vee van het dorp naar het open veld dreef. Het is verwant met het Engelse 'drive', dat als werkwoord oorspronkelijk ook 'drijven' betekende. Als je op dreef bent, ben je figuurlijk aan het drijven. Dan ben je gewoon lekker bezig. Straatnamen met 'dreef' als achtervoegsel, komen zo'n twintig keer voor in Den Bosch, bijna uitsluitend in de (nieuwere) buitenwijken. Voorbeelden: Arkdreef (Maaspoort), Buitenpepersdreef (De Buitenpepers), Herendreef (De Haren), Rompertdreef (De Rompert), Slagendreef (De Slagen).Van gang tot laanGang - doodlopende wegEen gang was een pad dat ergens in een achterterrein doodliep. Een gang was over het algemeen smaller dan een steeg, een volwassen man kon er met zijn volle breedte vaak niet door lopen. Er waren ook overdekte gangen, donkere tunnels door belendende panden. Een heel smalle gang werd in sommige steden ook wel spleet, scheur of snijding genoemd. Onze stad kende in vroegere tijden een aantal van die gangskes: Boonengang (Weversplaats), Caathovensch Gangske (Achter het Stadhuis), Gang naar St. Corneliskapel (Vughtereinde), Krengelgang (Windmolenbergstraat), Schapengangske (Tolbrugkwartier), Spijkerboorgang (Oude Dieze). 's-Hertogenbosch kent tegenwoordig slechts twee gangskes, beide in de binnenstad. De eerste is De Kloostersgang, een compleet overbouwd straatje dat de Orthenstraat verbindt met de Barbaraplaats. Vroeger leidde De Kloostersgang naar het terrein van het voormalige Sint-Geertruiklooster. Het tweede gangske is de Putgang, een steegje dat gelegen is tussen de panden Korte Putstraat 11 en 13. Het dankt zijn naam aan een put, die vermoedelijk aan het einde van de gang stond. Beide gangskes behoren qua bouwperiode tot het middeleeuwse stratenpatroon.Gracht - straat langs gegraven waterloopEen gracht is een gegraven kanaal. Net als 'graf' is het afgeleid van het werkwoord 'graven'. Als vormvariant komt ook 'grift' voor. Van oorsprong was het dus de benaming van een waterloop, later ook de weg ernaast. De Bossche Singelgracht is van oorsprong een vestinggracht en is gelegen ten zuiden van de stad. Vanaf de aansluiting op de Dommel bij de Vughterstuw stroomt de Singelgracht langs de Parklaan, Spinhuiswal en Zuidwal om uiteindelijk via de Hekelsluis aan de Hekel- | 48 |
laan in de Binnendieze te stromen. In Den Bosch is slechts één straat met 'gracht' in de naam, de Singelgrachtweg in Het Bossche Broek.Hof - omsloten ruimteHet woord 'hof' (met lidwoord 'de') komt al honderden jaren in onze taal voor in de betekenis van 'omsloten ruimte, tuin, verblijfplaats'. Het is altijd een ruimte die afgeschermd of omheind is. We kennen het woord ook in enkele vaste samenstellingen zoals kerkhof (lidwoord 'het') en doolhof (idem). Uit de oorspronkelijke betekenis heeft de term zich ook ontwikkeld tot 'huis van adel', 'koningshuis' en 'rechtbank'. In de loop der tijden is in Den Bosch een aantal hofjes verdwenen: Hofje van Pikarie (Berewoutstraat), Plantsoenzichthofje (St. Jacobskerkhof). In de gemeente 's-Hertogenbosch komen nu nog ruim veertig straten voor met 'hof' in de naam, waarvan een fiks aantal in de nieuwere buitenwijken. Voorbeelden: Berewouthof (binnenstad), Hofje van Koolen (binnenstad), Almhof (Aawijk-Zuid), De Kerkhof (Kom Engelen), Oppershof (Bokhoven), Anna van Asseldonkhof (Maaspoort).Kade, kaai - straat op een oeverwalDe benaming is ontleend aan een Keltisch woord voor 'afscheiding, haag, omheining': *kajo, *kagjo. In de loop der tijd is hieruit ons woord 'kaai' ontstaan met de betekenis 'smalle aarden oeverwal aan een waterloop' en 'los- en laadkade in een haven'. De gelijkenis met het Frans woord 'quai' en het Engelse 'quay' is geen toeval. De d in 'kade' is ontstaan uit hypercorrectie, het verschijnsel in de taal waarbij de spreker een vermeende taalfout ten onrechte 'corrigeert'. In 's-Hertogenbosch komen zo'n zestien straten voor met 'kade' in hun naam. Het merendeel hiervan bevindt zich in De Groote Wielen, het nieuwe stadsdeel ten noorden van Rosmalen. Andere voorbeelden: Diezekade (Veemarktkwartier), Handelskade (binnenstad), Tramkade (Het Zand). Opvallend is dat er in onze gemeente twee keer een Bankade voorkomt: één in De Groote Wielen en één in De Koornwaard (Kom Empel). Volgens de 'regelgeving' is het eigenlijk niet toegestaan om twee identieke straatnamen in dezelfde gemeente te hebben.Laan - weg met bomenOver de herkomst van dit woord bestaat enige onzekerheid. Het zou verwant zijn met het Oudgriekse 'elaúnein' dat (voort)drijven betekent. In deze situatie is een laan dus oorspronkelijk een soort dreef ('brede landweg'). Het is in ieder geval familie van het Engelse 'lane'. In het Middelnederlands kwam de term alleen voor in de kuststreken (Holland en West-Vlaanderen). De algemene betekenis toentertijd was 'zijweg, weg die een bepaalde eindbestemming met een hoofdweg verbindt'. Aan deze betekenis herinneren de samenstelling 'oprijlaan' en de uitdrukking 'iemand de laan uit sturen' (ontslaan). Bij uitbreiding ontstond gewestelijk ook de betekenis 'perceelscheiding', niet noodzakelijk met een weg, maar wel vaak met bomen. Pas in het Vroegnieuwnederlands (16e en 17e eeuw) kreeg het woord de huidige betekenis van 'weg met aangeplante bomen'. In de gemeente 's-Hertogenbosch komen 219 straten voor met 'laan' in hun naam. Ook hier komen enkele lanen voor, die dubbel zijn: Churchilllaan (Molenhoek en De Kruiskamp), Frederik Hendriklaan (Molenhoek en De Vliert) en Wagnerlaan (Molenhoek en Zuid).Wordt vervolgd. | 49 |